INR Streefgrenzen worden aangepast volgens de internationale norm per 1 januari 2016
11 januari 2016
U gebruikt antistollingsmedicijnen, acenocoumarol of fenprocoumon (marcoumar ®) en bent daarvoor onder behandeling bij de Trombosedienst Regio Eindhoven.
Nieuwe streefgrenzen
De Trombosedienst Regio Eindhoven is aangesloten bij de Federatie van Nederlandse Trombosediensten (FNT). Dit is een landelijke koepelorganisatie. De FNT heeft besloten dat het gebied waarin de INR zich moet bevinden (streefgrenzen) met ingang van 1 januari 2016 wordt aangepast. De FNT sluit hiermee aan bij de nieuwste landelijke en internationale richtlijnen. Deze richtlijnen worden ook door specialisten gebruikt.
In onderstaande kolom treft u de nieuwe grenzen aan per intensiteitsgroep:
|
1e intensiteitsgroep
|
2e intensiteitsgroep
|
Nieuwe streefgrenzen:
|
2,0 - 3,0 (was 2,5 - 3,5)
|
2,5 - 3,5 (was 3,0 - 4,0)
|
Informatie naar verwijzend artsen
Landelijk zijn de artsen via hun eigen beroepsverenigingen geïnformeerd maar ook de Trombosedienst Regio Eindhoven heeft alle verwijzend artsen op de hoogte gesteld.
De arts die u verwezen heeft naar de Trombosedienst Regio Eindhoven heeft aangegeven tot welke intensiteitsgroep u behoort (tussen welke grenzen de INR zich moet bevinden). Dit is afhankelijk van de reden waarvoor u antistollingsmedicijnen gebruikt.
Wat betekent dat voor u als patiënt?
Voor u heeft deze aanpassing geen directe gevolgen behalve dat u mogelijk wat minder tabletten nodig heeft. Uw behandeling is ook met de nieuwe streefgrenzen veilig. Op uw nieuwe doseerbrief op het strookje, achter de INR-uitslag, treft u uw streefgrenzen aan bij “streefgeb.”.
Indien uw verwijzend arts de streefgrenzen bewust laat afwijken van de landelijke standaard, blijven deze streefwaarden ongewijzigd na 1 januari 2016.
Wij hopen dat u zo voldoende geïnformeerd bent over deze landelijke aanpassing