DOAC en veranderingen in antistolling
30 december 2016
Sinds enkele jaren bestaan er naast de vitamine K afhankelijke antistollingsmiddelen zoals Acenocoumarol en Fenprocoumon, nieuwe middelen die direct werken op de stollingsfactoren.
De zogenaamde DOAC’s (Directe Orale Anti Coagulantia).
Deze middelen zijn net zo effectief als de VKA’s Voor de behandeling van atriumfibrilleren en voor de behandeling van een trombosebeen of longembolie worden deze middelen al voorgeschreven. Uw behandelend specialist bepaalt of deze middelen voor u ook geschikt zijn.
Voordelen van deze medicijnen zijn:
- Dagelijks een zelfde dosering innemen
- Niet meer prikken bij trombosedienst
- Bij stoppen voor ingreep, snel uitgewerkt
Nadelen van deze medicijnen zijn:
- Geen controle mogelijk of de spiegel van de DOAC’s hoog genoeg is
- Nierfunctie belangrijk,1 a 2 x per jaar controleren
- Bij stoppen/vergeten snel niet meer effectief.
Het risico op bloedingen bij DOAC’s is vergelijkbaar met het risico op bloedingen bij acenocoumarol of fenprocoumon gebruik.
Merknaam DOAC
|
Stofnaam DOAC
|
Pradaxa
|
Dabigatran
|
Xarelto
|
Rivaroxaban
|
Eliquis
|
Apixaban
|
Lixiana
|
Edoxaban
|
Voor de geïnteresseerde patiënten die te maken hebben met de diagnose boezemfibrilleren, kent u onderstaande website? Daar leest u waardevolle patiëntinformatie: www.boezemfibrilleren.nl
Mocht u zelf een nieuwsbericht item hebben dat ook relevant is voor andere patiënten van de trombosedienst, laat ons dat dan weten.